Een mooie verschijning het pauwooggrondeltje
ofwel Tateurndina ocillicauda.
Grondelvissen zijn voor de meeste liefhebbers weinig aantrekkelijk ofwel
valt de maat buiten proporties of ze zijn vaak niet mooi gekleurd, een
uitzondering op de regel is ons pauwooggrondeltje dat zo omstreeks 1982 werd
ingevoerd van Papua New Guinea naar onze contreien.
Dit schitterende visje wordt slechts 6 cm groot en zouden zelfs zeevissen doen blozen.Ikzelf kreeg dit visje te pakken in 1988 na drie maand wachten,ze zijn namelijk moeilijk te krijgen.Maar dan had ik ruim de tijd om hun verblijf in orde te maken.
Het aquarium op zich moet niet zo groot zijn , 60 x 30 x30 volstaat reeds, fijn zand of putboorderszand volstaan als bodembedekking, een platte steen die wat verdoken kan opgesteld worden door kienhoutwortels, javavaren en een plukje javamos completeren het geheel.
In gewoon leidingwater voelen zij zich prima en zullen zij na een tijdje tot eiafzetting komen na een reeks van schijnparingen,het liefst van al paren zij onder een zeer matige verlichting en een temperatuur van ca. 24°C,waarbij het vrouwtje de platte steen grondig poetst,het paren en afzetten kan ongeveer een uur duren. Goed uitgegroeide dieren zijn vrij produktief en kunnen wel tot 200 eieren bedragen,ze zijn wel gevoelig aan schimmel,een beetje methyleenblauw kan uitkomst bieden.
Na een drietal dagen begonnen de eieren te kippen en werden ze gevoerd met cyclops nauplien of pas uitgekomen artemia. De jongen groeien goed bij goede voedering. Experementeren met zachter water gaf opmerkelijk betere resultaten. Ik zou zeggen veel succes en plezier aan het pauwooggrondeltje ook al zijn ze moeilijk verkrijgbaar,ze zijn het de moeite waard.
Peeters Marc
Atlantis Beveren.
Dit schitterende visje wordt slechts 6 cm groot en zouden zelfs zeevissen doen blozen.Ikzelf kreeg dit visje te pakken in 1988 na drie maand wachten,ze zijn namelijk moeilijk te krijgen.Maar dan had ik ruim de tijd om hun verblijf in orde te maken.
Het aquarium op zich moet niet zo groot zijn , 60 x 30 x30 volstaat reeds, fijn zand of putboorderszand volstaan als bodembedekking, een platte steen die wat verdoken kan opgesteld worden door kienhoutwortels, javavaren en een plukje javamos completeren het geheel.
In gewoon leidingwater voelen zij zich prima en zullen zij na een tijdje tot eiafzetting komen na een reeks van schijnparingen,het liefst van al paren zij onder een zeer matige verlichting en een temperatuur van ca. 24°C,waarbij het vrouwtje de platte steen grondig poetst,het paren en afzetten kan ongeveer een uur duren. Goed uitgegroeide dieren zijn vrij produktief en kunnen wel tot 200 eieren bedragen,ze zijn wel gevoelig aan schimmel,een beetje methyleenblauw kan uitkomst bieden.
Na een drietal dagen begonnen de eieren te kippen en werden ze gevoerd met cyclops nauplien of pas uitgekomen artemia. De jongen groeien goed bij goede voedering. Experementeren met zachter water gaf opmerkelijk betere resultaten. Ik zou zeggen veel succes en plezier aan het pauwooggrondeltje ook al zijn ze moeilijk verkrijgbaar,ze zijn het de moeite waard.
Peeters Marc
Atlantis Beveren.