In de meren van l'Eau d'Heure in Wallonië zijn de afgelopen dagen zoetwaterkwallen gezien, een erg zeldzaam fenomeen in België. De Craspedacusta sowerbyi was niet meer in de meren opgedoken sinds eind jaren tachtig, melden de verantwoordelijken van de vzw Lacs de l'Eau d'Heure.
Gisteren nog werd er in la Plate Taille, een van de meren in het watergebied, een kwal opgemerkt, op dezelfde plaats waar een duiker eerder ook al zoetwaterkwallen had gezien. De kwallen zwemmen op een diepte van 0 tot 3 meter. De verantwoordelijken van de vzw Lacs de l'Eau d'Heure zijn erg opgetogen over het opnieuw opduiken van het dier.
De Craspedacusta sowerbyi heeft een diameter van ongeveer 2 centimeter, bestaat voor 99 procent uit water en weegt tussen 3 en 4 gram.
De zoetwaterkwallen beginnen hun leven als poliepen, die vastzitten op de bodem, bomen of waterplanten. In dat stadium kunnen ze zich ongeslachtelijk voortplanten. Vooral als het warm is, ontwikkelen sommige poliepen zich tot de vrij rondzwemmende kwallen, die zich geslachtelijk kunnen voortplanten. De bevruchte eitjes ontwikkelen zich tot larven, planula genaamd, die naar de bodem zinken en poliepen worden.
In de koude wintermaanden trekken de poliepen zich soms samen en ze vormen dan een podocyst, een vorm waarin ze niet actief zijn. Dieren zoals watervogels kunnen die podocysten overbrengen van het ene meer naar het andere. Als de omstandigheden daar dan gunstig zijn, worden de podocysten opnieuw poliepen.